Praktische infoKeltis1

  • Spelsoort: bordspel
  • Spelduur: 30'
  • Aantal spelers: 2 - 4
  • Leeftijd: 10+
  • Jaar van uitgifte: 2008
  • Uitgegeven bij 999 Games
  • Auteur: Reiner Knizia
  • Prijs: 30 €

Eerste indrukken

Een groene doos met een runesteen en een klavertje van vier: 'Play me, I'm Irish!'. Ik lees dat dit een spel is van Reiner Knizia. Dat hadden we ook aan de spelregels kunnen zien: een voor- en achterkant van een blad volstaan bij hem voor een succesformule. In de doos vind ik een overzichtelijk spelbord terug, samen met een paar tientallen pionnen en een flink pak kaarten. Plus redelijk wat fiches, gelukkig niet zoveel dat het me overdondert. Maar geen verwachte runesteen...

Waardering

Originaliteit Visuele afwerking Speelplezier
{extravote 1} {extravote 2} {extravote 3}

Spelmateriaal

  • 110 speelkaarten: 2 series van 0 t.e.m. 10 in 5 kleuren
  • 1 speelbord
  • 4 grote klaverbladen
  • 16 kleine + 4 grote pionnen, in 4 kleuren
  • 4 scorestenen
  • 25 Keltisfiches:
    • 9 wensstenen
    • 9 klaverbladeren
    • 7 puntenfiches: 2 x 1, 3 x 2, 2 x 3

Korte beschrijving

Door getallenkaarten te spelen proberen de spelers hun pionnen zo ver mogelijk te verplaatsen op het bord. Onderweg kunnen er punten verzameld worden, maar ook Keltische wensstenen, die bij de eindtelling nog een flink voordeel kunnen opleveren. De speler die aan het einde de meeste punten heeft, wint het spel.

Spelervaring

Voorbereiding

Dit spel vraagt weinig voorbereiding. Het spelbord wordt klaargelegd, de pionnen worden op het startveld gezet en de scorestenen op nul. Iedere speler krijgt een groot klaverblad om aan te geven met welke kleur hij speelt. Gedekt worden de 25 Keltisfiches dan verdeeld over de juiste plaatsen op het spelbord. Hierna worden ze omgedraaid, zodat de spelers te zien krijgen waar alle fiches liggen. Elke speler krijgt 8 handkaarten, de overige kaarten vormen een trekstapel naast het spelbord. Wie als laatste in Ierland is geweest, begint.

Het spel

De speler die aan de beurt is, kiest een kaart uit zijn hand en kiest hiervoor één van de volgende opties:

  • Hij speelt de kaart niet en legt ze op de (gemeenschappelijke) aflegstapel van de betreffende kleur. Op deze manier kunnen er tot 5 aflegstapels ontstaan.
  • Hij speelt de kaart wel en legt ze open voor zich neer. Ook hierbij worden de kaarten per kleur afgelegd, zodat er per speler tot 5 reeksen kaarten ontstaan.

Wanneer de speler zijn eerste kaart van een kleur speelt, plaatst hij één van zijn pionnen op de eerste steen van het bijhorende pad op het spelbord. Als hij al eerder kaarten van deze kleur speelde, wordt de pion die al op het bijhorende pad staat een steen vooruitgezet.

Om een kaart van een bepaalde kleur te mogen spelen, moet ze wel passen in de reeks van die kleur die de speler al voor zich heeft liggen. Dit kan een oplopende of een aflopende reeks zijn. In een oplopende reeks dienen de waarden van de gespeelde kaarten steeds hoger of gelijk aan die van de vorige gespeelde kaart in die reekst te zijn. Op eenzelfde manier worden in een aflopende reeks steeds kaarten bijgelegd met een waarde die lager of gelijk is aan die van de vorige kaart.

Bij het verplaatsen van de pionnen gebeurt het al eens dat een pion terecht komt op een veld met een Keltisfiche. Hier hangt een beloning aan vast:

  • Een puntenfiche: de speler krijgt het aangegeven aantal punten en zet zijn scorepion evenveel vakjes vooruit op het scorespoor. De puntenfiche blijft liggen.
  • Een klaverblad: de speler mag een eigen pion naar keuze één steen vooruit zetten. Als deze pion op een nieuwe Keltisfiche terechtkomt, worden de gevolgen daarvan ook uitgevoerd, enzovoort. Ook de klaverbladeren blijven liggen op het spelbord.
  • Een wenssteen: de speler neemt de wenssteen van het spelbord en legt deze bij zich. Deze wenssteen telt mee in de eindtelling.

Nadat de speler zijn kaart heeft afgelegd of de kaart heeft uitgespeeld, vult hij tot slot zijn hand weer aan tot 8 kaarten. Hiertoe kiest hij de bovenste kaart van één van de open aflegstapels of van de gedekte stapel.

De eindtelling

De laatste drie speelvelden van alle stenen paden vormen het doelgebied. Het spel eindigt wanneer er in totaal 5 pionnen zo ver verplaatst werden op het bord dat ze in dit doelgebied geraakt zijn. Nu volgt de eindtelling.

  • Voor elke pion die op een pad staat, krijgt de speler punten. Afhankelijk van hoe ver de pion gevorderd is op het pad verschilt dit aantal, zelfs een puntenaftrek is mogelijk. Iedereen had ook één grote pion om mee te spelen. Tijdens het spel zelf is er geen verschil met een kleine pion, maar in de eindtelling tellen de punten voor een grote pion dubbel.
  • Daarnaast zijn er ook punten voor de verzamelde wensstenen: wie te weinig wensstenen heeft verzameld verliest punten, wie een mooie collectie heeft aangelegd krijgt een flinke bonus.

De speler met de meeste punten, wint het spel.

Mijn waardering

Zelfs wanneer je dit spel nog niet kent, zorgen de beknopte spelregels ervoor dat je er zo mee weg bent. Bij een eerste spelletje is het alleen even wennen aan het feit dat de reeksen kaarten zowel oplopend als aflopend mogen zijn. Mijn ervaring leert alvast dat de geluksfactor groot kan zijn: wanneer het rode pad bezaaid ligt met de gegeerde wensstenen terwijl je begint met 8 handkaarten in de andere kleuren, ben je al snel op achtervolgen aangewezen. Tactisch zijn er weinig mogelijkheden om ver vooruit te denken of om je medespelers tegen te werken. Een leuk spel om zonder al te veel nadenken te spelen, dat wel, en wanneer er een volgende keer een stoel vrij is aan de speltafel mag men mij dan ook steeds roepen om hem op te vullen.

Markant detail...

Keltis won de 'Spiel des Jahres 2008' en deed het in 2009 ook in België goed met een nominatie voor de 'Gouden Ludo'.

Links